Concentratie en spreiding kankerzorg in de regio

8 april 2025

Eind maart 2025 is er besloten dat bepaalde complexe oncologische behandelingen alleen nog in ziekenhuizen worden uitgevoerd, waar deze behandelingen vaker worden gedaan. Het gaat om sommige ingrepen bij hoofd-halskanker, alvleesklierkanker, longkanker, maag- en slokdarmkanker en nierkanker. Deze beslissing is landelijk genomen omdat de kwaliteit van zorg bij deze complexe behandelingen beter is wanneer ze vaker worden uitgevoerd. Patiënten worden als dat nodig is verwezen naar een ziekenhuis waar de complexe behandeling uitgevoerd wordt. Na de behandeling gaat de patiënt ook weer terug naar het ‘eigen’ ziekenhuis voor de rest van hun behandeling, bijvoorbeeld voor chemotherapie.

 

De komende tijd gaan we ook in OncoWest tussen de 6 ziekenhuizen afspraken maken hoe concentratie en spreiding eruit gaat zien in West-Nederland. Voor de zomer worden de normensets van de genoemde kankersoorten besproken en samen met de zorgverzekeraars en NFK worden de herverdelingsscenario’s van deze normensets vastgesteld. Na de zomer wordt toegewerkt naar plannen voor implementatie voor de herverdeling in de regio.

Het concentreren en spreiden van kankerzorg vraagt inzet en zorgvuldigheid van de ziekenhuizen. Deze ontwikkeling sluit goed aan bij onze ambitie om ervoor te zorgen dat elke patiënt de beste zorg krijgt, dichtbij huis als dat kan en iets verder weg als dat nodig is. Door goed samen te werken, krijgen de patiënten in onze regio de best mogelijke zorg.

Het LUMC, HagaZiekenhuis en het Reinier de Graaf ziekenhuis gaan nauw samenwerken op het gebied van radiotherapie. Het doel is te komen tot één afdeling Radiotherapie met één afdelingsleiding. De raden van bestuur van de drie ziekenhuizen hebben op 19 maart 2025 de samenwerkingsovereenkomst Radiotherapie getekend.

 

Complexer en gespecialiseerder

De afdeling Radiotherapie zorgt voor de behandeling en begeleiding van patiënten met kanker. Deze vorm van zorg wordt steeds complexer en gespecialiseerder. Het is daarom belangrijk dat er wordt samengewerkt om de benodigde expertise in de regio te houden. Hierdoor kunnen de ziekenhuizen de ontwikkelingen bijbenen en kwalitatief goede zorg in de regio blijven leveren. De stap die nu wordt gezet om te komen tot één afdeling per januari 2026, maakt dit mogelijk.

 

Zorg dicht bij huis

Door de samenwerking wordt alle radiotherapeutische zorg voor patiënten in de regio Den Haag, Delft en Leiden en de nieuwste ontwikkelingen beschikbaar gehouden. Hierdoor wordt het mogelijk alle locaties open te houden met een nog betere kwaliteit van zorg.

Er liggen samenwerkingskansen op het gebied van innovatieve behandelingen, wetenschappelijk onderzoek, het aantrekken van goed en gekwalificeerd personeel, ICT- en kwaliteitsbeleid, en investeringen. Daarnaast komt het ten goede aan de betaalbaarheid van radiotherapeutische zorg in de regio.

Helaas zijn we genoodzaakt de werkconferentie die op 3 april is gepland, te verplaatsen naar een nader te bepalen moment (waarschijnlijk in het najaar). Reden daarvoor is dat we zien dat het aantal aanmeldingen sterk achterblijft, wat in ieder geval te maken heeft met twee bijeenkomsten die op hetzelfde tijdstip zijn georganiseerd. Heel spijtig, maar we willen wel een goede werkconferentie neerzetten en met te weinig aanmeldingen gaat dat niet werken.

 

Zodra meer bekend is over een nieuwe datum dan zullen we een nieuwe uitnodiging sturen naar ons netwerk en een bericht plaatsen op de website.

Op dinsdag 4 februari 2025 is het Wereldkankerdag en staan we stil bij de impact van kanker.

1 op de 2 Nederlanders krijgt ooit in zijn of haar leven de diagnose kanker te horen.

De ziekte verandert niet alleen het leven van de patiënt, maar heeft ook invloed op dat van diens partner, familie, collega’s en vrienden…  Kortom, kanker raakt ons allemaal. Jou dus ook.

In de ziekenhuizen in West-Nederland worden verschillende acties georganiseerd voor mensen met kanker en hun naasten.
Kijk voor meer informatie op de website van de ziekenhuizen:

Alrijne Ziekenhuis

Groene Hart Ziekenhuis

Haga Ziekenhuis

Haaglanden Medisch Centrum – Informatieplein oncologie in Antoniushove

Leids Universitair Medisch Centrum – huiskamer Scarabee 1e etage

Reinier de Graaf Gasthuis

Het Integraal Zorgakkoord wil de kwaliteit van de (oncologische) zorg (medische en patiënt gerapporteerde uitkomsten) verbeteren en een meer doelmatige inzet van expertise en middelen. Dit vraagt samenwerking tussen ziekenhuizen en binnen netwerken rondom vraagstukken over specialisatie, centralisatie, capaciteit en continuïteit. IKNL, DICA en DHD bundelen de expertise om de ondersteuning aan de regio’s te optimaliseren en de impact te vergroten. Actief samenwerken en zo nodig doorverwijzen naar elkaar past daarbij. medical data

Passende informatie voor de regio
Vanuit hun verschillende databestanden kunnen DICA, IKNL en DHD passende informatie samenstellen voor regionale netwerken. Door databronnen te ontsluiten kunnen zij de datasets verrijken en daarmee de registratielast verminderen. Zij kunnen nieuwe innovaties onderzoeken en implementeren (zoals AI en federated learning) en samen optrekken bij juridische belemmeringen. Denk hierbij aan transparantie, toestemmingen, AVG en privacy vraagstukken.

Inzichten rond darmkankerzorg
Op verzoek van het OncoWest expertteam Darmkanker brachten DICA en IKNL belangrijke inzichten rond darmkankerzorg in kaart voor de regio. Hierover gingen we in gesprek met Niels te Brake, programmamanager DICA en Marloes Elferink, onderzoeker bij IKNL. We zijn benieuwd naar hun ervaringen met de samenwerking, de aanpak en onderlinge afstemming in het afgelopen jaar en stelden de volgende vragen:

Wat is jullie gezamenlijke doel en hoe dragen jullie organisaties daar afzonderlijk aan bij?

Niels: “DICA en IKNL gaan de krachten bundelen en onderzoeken momenteel de mogelijkheid tot een bestuurlijke fusie. De werkzaamheden van beide organisaties zijn veelal complementair, waardoor intensievere samenwerking een logische stap is.” Marloes vult aan: “DICA en IKNL werken toe naar één loket voor data-aanvragen, en harmonisatie in datasets van kwaliteitsregistraties en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Ook kunnen we de activiteiten rondom spiegelinformatie, analyses en rapportages bundelen en meer samenwerken op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast werken we al geruime tijd aan de gezamenlijke ambitie op het gebied van goed en gepast gebruik van dure geneesmiddelen.”

DICA en IKNL kunnen regionale netwerken zoals OncoWest gezamenlijk ondersteunen met verschillende producten. Marloes: “De missie van IKNL is het reduceren van impact van kanker. Dat doen we door het verzamelen en ontsluiten van essentiële data en het aanbieden van betrouwbare en onafhankelijke inzichten aan zorgprofessionals en beleidsmakers. Zo biedt IKNL de regiorapportages per tumorsoort, waarmee ziekenhuizen in een regio inzicht krijgen in eigen data versus de regio en landelijke cijfers. Ook biedt IKNL de online IZA Netwerktool aan ziekenhuizen aan, waarin stuurinformatie voor deelnemende ziekenhuizen binnen een oncologisch netwerk staat. Daarnaast geeft de Kankeratlas inzicht in de incidentie op regioniveau.” Niels vult aan: “Vanuit DICA bieden we met de Codman dashboards kortcyclisch inzicht in uitkomsten, patiëntkarakteristieken en specifieke behandelingen op patiënt- en geaggregeerd niveau. De kwaliteitsregistratie DICA Geneesmiddelen (DMA) geeft inzage in de inzet van add-on geneesmiddelen, toxiciteit, overleving, behandelduur, therapieflow, gemiddelde dosis en kosten. Als kennisorganisatie wil DICA zoveel mogelijk van haar informatie, ervaring en kennis delen om gezamenlijk tot verbeteringen te komen, ten dienste van de patiënt, de zorgprofessional en de maatschappij. Dit gebeurt onder andere door het breed en gestructureerd inzetten van spiegelsessies. De samenwerking met DHD biedt ons de mogelijkheid om data die niet in de NKR of DICA staan te verrijken en aan te vullen waar dat nodig is.”

Welke stappen hebben jullie het afgelopen jaar gezet, na de bekenmaking over jullie samenwerking?

Marloes: “Voorafgaand aan de samenwerking met het regionale experteam Darmkanker hebben we gezamenlijk een aantal keer onze bestaande dashboards (IZA Netwerktool van IKNL en Codman dashboard van DICA) gepresenteerd bij de verschillende gremia van OncoWest. Het doel was om de mogelijkheden te laten zien en te inspireren.”

Hoe kwam de samenwerking met het expertteam Darmkanker tot stand en wat was jullie opdracht?

Marloes: “De samenwerking kwam tot stand via een verzoek van het expertteam Darmkanker aan IKNL en DICA om belangrijke inzichten binnen het netwerk in kaart te brengen rond darmkankerzorg met behulp van data uit de NKR en de DCRA. Toen dit het geval bleek hebben we aangeboden om de parameters in een regio-rapportage te zetten en deze te presenteren tijdens een vergadering van het expertteam Darmkanker. Om te zorgen dat de regio-rapportage goed aansloot bij de behoeften van het expertteam hebben we samen met de voorzitter en chirurg Koen Peeters (LUMC) en internist-oncoloog Leontine Spierings (Alrijne) toegewerkt naar de uiteindelijke presentatie op 11 maart jl.”

Hoe ervaarden jullie de samenwerking, proces van aanpak, onderlinge afstemming?

Niels: “De samenwerking tussen beide partijen verliep goed en in een prettige, energieke sfeer. Omdat dit de eerste keer was dat we gezamenlijk cijfers uit twee bronnen bundelden was het vooral zaak om uit te zoeken welke bron het meest geschikt was per item. Op die manier probeerden we het beste van beide databases te combineren. Daarbij wilden we consistent mogelijk te werk gaan zodat de cijfers rond een bepaald thema (bijvoorbeeld verwijzingen of chirurgische complicaties) zoveel mogelijk overeenkomen en makkelijk te duiden zijn voor de NTG. Dit proces was dan ook leerzaam voor toekomstige gezamenlijke dienstverlening aan de regio’s.”

Waar zijn jullie het meest trots op en wat worden de vervolgstappen voor OncoWest?

Niels: “We zijn er trots op dat we voor het eerst gezamenlijk de regio van informatie hebben voorzien. Op deze manier kan de regio bij één loket aankloppen en kunnen wij gezamenlijk bepalen waar de behoefte ligt en uit welke database deze informatie het beste gehaald kan worden.” Marloes: “Graag zouden we in het vervolg niet alleen van het netwerk willen horen waar precies de informatiebehoefte zit, maar ook zelf, al dan niet gericht vanuit de data, een voorstel willen doen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan relevante spreiding tussen centra in uitkomsten en inzet van behandelingen. “ Over de vervolgstappen zegt Niels tot slot: “De bespreking van deze inzichten zou mogelijk meer rendement opleveren als deelnemende centra concrete tips van collega’s verkrijgen om de kwaliteit van zorg te verbeteren.”

Lees meer in het nieuwsbericht over de gezamenlijke regiorapportage

“Ons vak staat aan de vooravond van een nieuwe revolutie”

 

De ontwikkeling van digitale pathologie is een belangrijke innovatie in het vakgebied. Met het uitwisselen van digitale beelden van onderzoeksmateriaal kunnen pathologen makkelijker gebruikmaken van elkaars kennis en specialisme. In 2021 zijn de eerste stappen gezet voor regionale digitale pathologie in een project van OncoWest. Wat houdt dit precies in en waar staan we?

Om te begrijpen wat het belang is van deze digitalisering kijken we eerst naar pathologie zelf. Pathologie is een medisch specialisme dat zich bezighoudt met het stellen van de (weefsel)diagnose. Het onderzoek binnen de pathologie richt zich op het beter begrijpen hoe een ziekte ontstaat en op het vinden van prognostische of predictieve biomarkers. Deze markers geven informatie over het beloop van de ziekte (prognose) of de kans op therapie-effect (predictie). Met behulp van de microscoop, cel- en/of weefselmateriaal van een patiënt kan de patholoog al dan niet in samenspraak met medisch specialisten een diagnose stellen. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar kankercellen. Wanneer de diagnose en juiste type kanker is vastgesteld, kan de daarbij horende behandelprocedure worden toegepast.

Hoe gaat pathologisch onderzoek in zijn werk?

Het onderzoek van een patholoog bestaat kort gezegd uit drie stappen: macroscopie, microscopie en een verslag/conclusie. De behandelend specialist neemt een stukje huid of ander weefsel of cellen weg voor onderzoek. Dit kunnen kleine stukjes zijn (biopten) of grote operatiepreparaten (resecties). De patholoog beoordeelt dit nog niet bewerkte stukje weefselmateriaal en neemt de juiste stukjes afwijkend weefsel daaruit. Dit noemen we macroscopie. Deze stukjes worden gefixeerd in de vloeistof formaline. Daarna wordt het in paraffine, ofwel kaarsvet, gelegd dat de vorm van een blokje krijgt. Van het blokje wordt een heel dun plakje gesneden en op een glaasje gelegd en gekleurd. De beoordeling van het weefselplakje (coupe) onder de microscoop en met digitale pathologie via een pc-scherm noemen we de microscopie.

Snellere uitwisseling met digitale pathologie

De ziekenhuizen Groene Hart, Alrijne, Reinier de Graaf, Haga Den Haag en Zoetermeer, HMC en LUMC werken op het gebied van kankerzorg samen in OncoWest. De afdelingen van deze ziekenhuizen delen onderling kennis en materiaal uit voor bijvoorbeeld nader onderzoek of herbeoordelingen. Hoogleraar prof. dr. Vincent Smit van het LUMC licht dit toe: “Subspecialisatie binnen de pathologie is in opkomst. De artsen willen steeds meer gedetailleerdere informatie en stellen daarmee steeds hogere eisen aan de expertise van de patholoog. Denk bijvoorbeeld aan de nefroloog die een patholoog nodig heeft met verstand van nierziektes. Of een hersen-/neurochirurg die met een neuropatholoog wil overleggen. Binnen de pathologie zijn er ongeveer 15 tot 20 van dergelijke subspecialisaties. Het materiaal wordt vaak vanuit de regio richting LUMC verstuurd voor revisies (herbeoordelingen) bij overplaatsing van patiënten met complexe aandoeningen of consulten inclusief moleculaire diagnostiek. Om dat te kunnen doen worden de coupes en blokjes aangeleverd. Dat gebeurt nu fysiek via bodes. Per jaar ongeveer 5.000 keer. Met digitalisering spelen afstand en tijd geen rol meer. Digitalisering betekent dat je locatie-onafhankelijk kunt beoordelen. Nu kunnen we alleen verslagen delen. Met de beelden van andere pathologen kun je ook je eigen visuele (her)beoordeling doen. Dit is een belangrijke stap voorwaarts. Het komt de kwaliteit van de diagnostiek binnen de hele regio ten goede.”

Lex Bras, projectleider bij Alrijne, vult dit aan: “Digitalisering zal niet alleen de uitwisseling van beelden vergemakkelijken. Het maakt ook mogelijk dat pathologen real-time met elkaar kunnen overleggen en samenwerken, ongeacht hun locatie. Dit is vooral cruciaal bij complexe casussen die specifieke expertise vereisen.”

De eerste stappen zijn gezet

Een OncoWest-project werkt aan de uitrol van een gemeenschappelijk platform. Dit platform moet de uitwisseling van pathologiebeelden, relevante bijbehorende informatie en samenwerking mogelijk maken. LUMC en Alrijne hebben hierin de trekkersrol. Daarbij is er nadrukkelijk de optie voor de andere ziekenhuizen om hierop te kunnen aansluiten. Lex Bras van Alrijne en Edith Hogenbirk, laboratoriummanager van het LUMC, zijn de projectleiders.  Bras benadrukt het belang van een bredere regionale aanpak: “In plaats van het project op één ziekenhuis te richten, is het belangrijk om te beseffen dat dit een regionale samenwerking betreft. Door het regionaal aan te pakken, kunnen we de kwaliteit en snelheid van de diagnostiek in de hele regio verbeteren.”

Zogeheten coupescanners kunnen de weefselcoupes op de glaasjes digitaliseren. Het LUMC heeft inmiddels vijf coupescanners kunnen aankopen. Edith Hogenbirk: “Het is top dat ook bestuurlijk deze digitalisering wordt omarmd. We zijn het divisiebestuur en Raad van Bestuur van het LUMC dan ook zeer erkentelijk dat deze scanners er zijn gekomen. De beelden worden gekoppeld aan ons huidige laboratoriuminformatiemanagement systeem (LIS) en per september van dit jaar zijn we live met deze lokale digitalisering. Onze complete productie wordt nu gedigitaliseerd en beoordeeld door de arts-assistenten en de pathologen.”
Als Alrijne ook de scanners heeft aangeschaft, kunnen de ziekenhuizen de beelden in een image management systeem (IMS) delen. De volgende stap in het project is daarom de aanschaf van dit IMS. In verschillende sessies worden de definitieve architectuur en ontwerpeisen voor de regionaal te hosten software bepaald. De planning is om begin 2025 live te gaan met het IMS.

Derde  revolutie in de pathologie

Vincent Smit kijkt uit naar de komst van het image management systeem: “Wij kunnen straks met dezelfde hoeveelheid pathologen meer werk doen met een hogere kwaliteit. De diagnostiek wordt beter en we kunnen het samenwerken beter vormgeven. Met OncoWest willen we deze regionale oplossing realiseren.”

De toekomst is na een regionale uiteindelijk een landelijke oplossing, denkt Smit. “Het zou heel goed zijn voor pathologie Nederland als we met elkaar de schouders hieronder zetten en kijken in hoeverre we de digitalisering kunnen koppelen aan ons landelijke PALGA-systeem. We staan tenslotte aan de vooravond van een nieuwe revolutie. Na de digitalisering kan ook de introductie van talrijke AI-algoritmen binnen de diagnostiek worden geïmplementeerd. Dit maakt de diagnostiek nog beter. Het is fantastisch om als patholoog na de ‘bruine’ (met immunohistochemie) en de moleculaire revolutie deze nieuwe revolutie binnen ons vakgebied te mogen meemaken,” aldus Smit.

 

Lees hier meer over dit project.

Het OncoWest jaarverslag 2023 staat online. Je leest hierin over de gerealiseerde projecten van onze expertteams en netwerkgroepen. Ook geven we inzicht in het aantal patiëntbehandelingen binnen de regio West-Nederland in vergelijking tot de aantallen in heel Nederland. Afgelopen jaar werd 9,8% van alle kankerpatiënten in Nederland in onze regio behandeld.

Belangstellenden weten OncoWest steeds beter te vinden en groeit het aantal vertegenwoordigers in het oncologienetwerk nog steeds.

 

Ga hier naar het jaarverslag 2023

Als je wordt geopereerd aan slokdarmkanker gaan er veel vragen door je heen.

Wat kan ik met een buismaag verwachten? Wat betekent dit voor mijn dagelijks leven? Hoe gaat dat straks met eten en drinken?

Het medische team van het LUMC uit Leiden en Reinier de Graaf Gasthuis uit Delft werken nauw samen binnen OncoWest, het oncologienetwerk van de regio. Ze zijn zeer betrokken bij de levens veranderende situatie van hun patiënten die geopereerd zijn aan slokdarmkanker en die moeten leven met een buismaag. Ze werken samen met buddy’s die getraind zijn door Patiëntenvereniging SPKS. Buddy’s zijn mensen die hetzelfde traject hebben doorlopen.

Jaarlijks vindt een evaluatie plaats en afgelopen april was de eerste ontmoeting. Aan de koffie werden ervaringen van zowel buddy’s als patiënten die een buddy hebben gehad uitgewisseld en geëvalueerd.

Door verschillende patiënten werd het positieve effect van buddycontact bevestigd. Persoonlijke ervaringen werden uitgewisseld, over herstel na een slokdarmoperatie, hoe het is om weer het werk te hervatten en hoe het is om de partner te zijn van en ook het hele traject mee te maken. Daarnaast werden de buddy’s geïnformeerd over de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot slokdarmkanker.

“Op de koffie gegaan om kennis te maken met mijn buddy. Tot mijn verbazing kon hij een kop koffie drinken met niet 1 maar 2 stroopwafels. Dit gaf mij moed voor de toekomst.”

 

Buddy’s van Patiëntenorganisatie SPKS

De buddy’s van Patiëntenorganisatie SPKS Leven met maag- of slokdarmkanker zijn er speciaal op getraind om lotgenoten te ondersteunen. Zij hebben de behandeling van slokdarmkanker al enkele jaren achter de rug weten hoe het is om te leven met een buismaag. De buddy richt zich op vragen van lotgenoot en partner of naasten en kan zijn of haar persoonlijke ervaringen delen. De buddy geeft geen medische- of voedingsadviezen, maar kan uit eigen ervaringen ondersteuning bieden. Ze zijn goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen over slokdarmkankerbehandelingen en worden regelmatig geïnformeerd door het medisch team van het LUMC en Reinier de Graaf.

 

“Ik krijg het eerlijke verhaal over het zware hersteltraject, maar met uiteindelijk een leven met kwaliteit.”

Kijk voor meer informatie, ondersteuning of contact met lotgenoten op www.spks.nl

Foto (van links naar rechts):

Remco Huiszoon (patientenvereniging SPKS)

Rien Meijer (patient LUMC en buddy)

Erlinde de Graaf (verpleegkundig specialist Reinier de Graaf Gasthuis)

Susan Quix (verpleegkundig specialist LUMC)

Bert Verboom (patient LUMC en gebruik gemaakt van een buddy) en echtgenote

Martin Meendering (patient LUMC en gebruik gemaakt van een buddy)

Nico Schoneveld (patient en buddy LUMC)

Dinsdag 11 juni kwamen 7 (ex)patiënten die behandeld zijn voor maagkanker voor een Spiegelgesprek naar het LUMC. Daar werden zij ontvangen door de zorgprofessionals van het regionale expertteam Maag- en slokdarmkanker.

Het Spiegelgesprek heeft als doel om persoonlijke patiëntervaringen op te halen om inzicht te krijgen hoe de patiënten de behandeling hebben ervaren in de verschillende ziekenhuizen in de regio. Bij het gesprek zaten de (ex)patiënten in een halve kring. Op de achtergrond zaten een aantal van de betrokken zorgprofessionals. Zij namen geen deel aan het gesprek maar luisteren alleen.

De patiënten gingen in een gesprek van ongeveer 1,5 uur in op vragen als:

Hoe was de samenwerking en wat hebben de patiënten hiervan ervaren?

Wat ging er goed en wat kan beter?

Hoe was de (informatie)overdracht tussen de verschillende ziekenhuizen?

Was er een vast aanspreekpunt voor de patienten?

Hoe was de bejegening?

In alle openheid vertelden de aanwezige patiënten hun verhaal en deelden hun ervaringen. Het Spiegelgesprek werd begeleid door 2 gespreksleiders die de patiënten en naasten op hun gemak stelden. Ze zorgden ervoor dat iedereen aan het woord kwam. En heel belangrijk, zij zorgden ook voor een prettige en veilige sfeer.

Het was een zeer waardevolle bijeenkomst. Er waren veel lovende woorden over de goede zorg, maar er waren ook een aantal aandachtspunten. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt. Om de privacy van de (ex)patiënten te waarborgen blijft alles wat besproken is vertrouwelijk. Het verslag geeft geen namen en is niet herleidbaar tot een persoon. De zorgprofessionals in het OncoWest expertteam gaan met de uitkomsten van dit Spiegelgesprek aan de slag om de patiëntenzorg in onze regio nog beter te maken. De deelnemers krijgen een korte inhoudelijke terugkoppeling en daar waar mogelijk wordt aangegeven aan welke verbeteringen gewerkt zal worden.

We bedanken de deelnemers aan het Spiegelgesprek heel hartelijk voor hun deelname en openheid!

Op 16 april ontvingen we een deel van ons netwerk voor de jaarlijkse werkconferentie in Madurodam. Ook dit jaar was Cor de Kroon, gynaecoloog oncoloog en vicevoorzitter van het OncoWest expertteam Gyn, de moderator tijdens de bijeenkomst. Peter Jue, lid Raad van Bestuur Alrijne, stelde zich voor als de nieuwe voorzitter van OncoWest. Hij neemt het na 5 jaar over van Carina Hilders, bestuursvoorzitter Reinier de Graaf.

Op het programma stond netwerkzorg centraal in relatie tot het Integraal Zorgakkoord (IZA). Verschillende sprekers gaven hier invulling aan in hun presentatie. Hierbij een korte terugblik op de sprekers met een link naar hun presentaties. 

Sprekers in het kort

Peter Paul van Benthem, voormalig voorzitter Federatie Medisch Specialisten ging in op het IZA  vanuit het perspectief van de medisch specialist. De zorg staat voor grote uitdagingen: toenemende schaarste en keuzes. De samenleving moet hierop worden voorbereid. Passende zorg is de basis voor de toekomst: waardevol, op de juiste plek, gericht op gezondheid. Daarvoor is regionale samenwerking essentieel en zullen de plannen samen met alle betrokkenen moeten worden gemaakt. Dus ook met de medisch specialisten.

Peter Paul: ‘Mooi om te zien dat in de plannen van OncoWest het Integraal Zorgakkoord zo serieus wordt genomen.’

Ga hier naar de presentatie

 


Irene Dingemans, programmaleider Kwaliteit van Zorg NFK vertelde over hoe je netwerkzorg transparanter maakt voor patiënten via het Transparantieregister. Er liggen volgens Irene een aantal uitdagingen waaronder: dat er transparantie van het hele multidisciplinaire zorgpad nodig is en hoe kwaliteit van zorg toegeschreven kan worden aan een ziekenhuis als het functioneert in een netwerk. Voor deze keuze-informatie moeten data vertaald worden naar inzicht in expertise. Belangrijk daarbij is dat deze op een manier inzichtelijk wordt dat dit voor alle patiënten begrijpelijk is.

Ga hier naar de presentatie

 


ZINPeter Siebers, Lid Raad van Bestuur Zorginstituut Nederland (ZIN) ging in op het maatschappelijk perspectief en deed een oproep aan de ziekenhuizen om opgavegericht aan de slag te gaan. Het Zorginstituut draagt hieraan bij met signaleren, agenderen, regisseren en monitoren. Ook introduceerde hij het nieuwe signalement “kiezen voor waarde – hoe werkt het tegen een redelijke prijs”. Waarbij ZIN zich richt op een verbeterde pakkettoelating, maar ook (her)beoordeling na pakketopname van dure geneesmiddelen en stimuleren van de maatschappelijke kaders per sector. Van wat kan, naar wat is gewenst?

Ga hier naar de presentatie

 


Marcel Verheij, voorzitter SONCOS belichtte de rol van de regio vanuit SONCOS perspectief. Samenvattend: Kwaliteitsverbetering van de oncologische zorg in Nederland bestaat uit meer dan het ophogen van volumenormen. Echter, wanneer beschikbaarheid van expertise, (dure) infrastructuur en/of personeel beperkend zijn, zullen complexe oncologische interventies niet in alle bestaande instellingen kunnen worden aangeboden, staat de kwaliteit van zorg onder druk, en biedt concentratie een reële oplossingsrichting. Het IZA versnelt de gewenste kwaliteitsslag door te sturen op volumegroei van oncologische interventies, en op versterking van regionale samenwerking. De professionals hebben een grote verantwoordelijkheid om de regie in dit proces te behouden. Dit vraagt betrokkenheid, inzet en overtuigingskracht van de wetenschappelijke verenigingen, maar ook bereidheid van de individuele professional om open te staan voor – soms ingrijpende – veranderingen. Regio’s zijn nu aan zet om concreet invulling te geven aan concentratie en spreiding, waarbij in een shared-care model alle instellingen een rol moeten spelen.

Marcel: “De regio is nu aan zet: alle instellingen moeten en kunnen hun steentje bijdragen aan het behoud van de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van onze oncologische zorg”.

Ga hier naar de presentatie

 


Kwartiermakers Peter Go en Rob Tollenaar maken zich hard voor oncologische netwerkzorg in Nederland en deden een urgente oproep aan de besturen om er samen tegenaan te gaan om tot afspraken te komen. Peter en Rob spraken zich uit over de positieve sfeer en energie in het OncoWest netwerk met de woorden van Winston Churchill: ‘I feel tremendous forces in this room.’

 


Joep de Groot, voorzitter Raad van Bestuur CZ  begon zijn presentatie met de woorden van Elvis Presley: ‘Little less conversation, little more action please’. Zijn boodschap aan de ziekenhuizen is om haast te maken. We weten allemaal dat de zorgvraag stijgt, en er te weinig zorgmedewerkers zijn. Dit is een groot probleem en vraagt om actie. We moeten de discussie over concentratie van zorg op gang brengen.

Ga hier naar de presentatie

 


Afsluiting met de paneldiscussie

Na de laatste presentatie ging het panel bestaande uit de sprekers, Carina Hilders (RdGG) en Douwe Biesma (LUMC) dieper in op de concentratie en spreiding van de oncologische zorg in de regio. Want hoe kunnen we dit voor de regio nu echt gaan organiseren? En een belangrijke vraag is daarbij: hoe houden we de oncologische zorg in de regio toegankelijk voor iedereen met hoogwaardige kwaliteit en op een efficiënte manier? Alle schotten weg en de 6 OncoWest ziekenhuizen smeden tot één holding zodat uitwisseling van oncologische zorg en zorgmedewerkers makkelijker wordt? Of overgaan tot centralisatie en verdeling van oncologische zorg over alle OncoWest ziekenhuizen? Een boeiende discussie volgde. OncoWest kijkt er naar uit om hier een vervolg aan te geven.